

Oost-Indische kers, dat ongelooflijk plantje. Het enige waar ik spijt van heb als het bevriest. “Aan kou een broertje dood”.
Als het warm wordt bij de moestuintafel kijk ik altijd even bij mijn kers. Dat dappere plantje roept tegen een luis die zich in m’n bonen wil nestelen “ik ben veel lekkerder, kom maar bij mij”. En dat doet de luis dan ook. Het enige wat ik doe is aan de onderkant van een blaadje kijken….
En als er iets zit, hop meteen weggeknipt en in de vuilbak. Als je het maar even volhoudt, ben je zo weer van je “pest” af.
De blaadjes smaken peperig en zijn perfect in de soep. Vaak snijd ik het ook als een kruid fijn en snipper het over het gerecht. De bloemen kun je over een gerecht verdelen. Je kunt zelfs kappertje maken van de zaadbolletjes.
Alleen als de plant zelf een luizenbos is, blijf ik eraf. Dan is de kers op een missie en verdient rust om zich aan een belangrijke taak te wijden.
Maar voor de rest… Het strijdt met je mee als je een virusje hebt. Als je het aandurft om “roomse brandnetel” in een growbag te telen? En een soepje te maken van kers, ajuin, wat look, kurkuma en een ouderwets getrokken bottenbouillonneke van bio-kip. Je vliegt zo weer door je tuin alsof het niks is.
Love
Berries
This website uses cookies so that we can provide you with the best user experience possible. Cookie information is stored in your browser and performs functions such as recognising you when you return to our website and helping our team to understand which sections of the website you find most interesting and useful.
Strictly Necessary Cookie should be enabled at all times so that we can save your preferences for cookie settings.
If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.